Grafische technieken

De grafische kunst kent wat de techniek betreft 4 hoofdvormen: hoogdruk, diepdruk, vlakdruk en doordruk. Binnen die categorieën zijn er weer allerlei varianten, al naar gelang de gebruikte materialen, gereedschappen en procédés. Hieronder volgt in het kort een uiteenzetting over de verschillende technieken.

Hoogdruk
Cor de Wolff
houtsnede 1954
Voor hoogdruk wordt doorgaans gebruik gemaakt van hout of linoleum, soms ook van lood of zink of kunststof. Al naar het gebruikte gereedschap spreekt men van -snede dan wel -gravure. De delen die uit het drukblok worden weggegutst of gegraveerd, nemen bij het ininkten geen inkt aan en zullen dus op de afdruk wit blijven.
Vormen van hoogdruk zijn: houtsnede, houtgravure, linosnede, loodgravure, zinkgravure, plasticgravure.






Diepdruk
Wim Zwiers
kopergravure 1946
Voor diepdruk wordt gebruik gemaakt van staal of koper. In het metaal wordt gegraveerd met een burijn of de groeven komen tot stand door een etsprocédé. Na het ininkten wordt de plaat gereinigd, waarna alleen de groeven in het metaal nog inkt bevatten. Deze wordt bij het drukken door het papier opgenomen.
Vormen van diepdruk zijn: staalgravure, kopergravure, ets, droge naald, aquatint, vernis-mou, mezzotint.





Vlakdruk
W.J.C. Arondeus
litho z.j.


Eigenlijk de enige vlakdruktechniek is de lithografie (steendruk).  Vlakdruk is een techniek waarbij de afdruk wordt gemaakt van een beelddrager of drukvorm waarin de drukkende en niet-drukkende delen op dezelfde hoogte liggen. De afdruk ontstaat, doordat sommige delen van de drukvorm (de steen) inkt vasthouden, terwijl andere deze juist afstoten.






Doordruk
Klaas Gubbels
zeefdruk, 1998
De doordruk of zeefdruk is een techniek waarbij de afdruk als het ware wordt gezeefd. De zeef bestaat uit een raam dat met gaas is bespannen. Het raam wordt met de zeefkant op het papier gelegd waarna met een rakel de inkt over de zeef wordt gestreken. Afgedekte delen van de zeef laten geen inkt door. De zeef is een sjabloon waarvan de doorlatende delen het te drukken beeld vormen.






Naast deze vier "echte" vormen van grafische techniek zijn er ook nog tal van fotomechanische reproductietechnieken, zoals cliché (lijn- of raster-), heliogravure, rasterdiepdruk, offset. Deze worden doorgaans niet gerekend tot de grafische technieken in engere zin.
In het huidige computertijdperk neemt ook het digitaal ontwerpen en afdrukken een steeds belangrijker plaats in. De meningen lopen uiteen of hier al dan niet van een volwaardige grafische techniek gesproken kan worden.

[Gegevens deels ontleend aan Tom van Koolwijk en Chris Schriks: Kleine Prentkunst in Nederland in de 20ste eeuw. Zutphen,1986]